In eerste instantie wordt in het boek stilgestaan bij de 2 systemen van denken die typerend zijn voor de mens. Het snelle denken en het trage denken. Daarbij laten we ons vaak leiden (of moeten we zeggen 'misleiden') door onze gemakzucht, onze zin naar 'zo weinig mogelijk inspanning' en 'de weg van de minste weerstand'.
Om dus sneller een antwoord te formuleren op een vraag, zullen we gemakshalve overgaan tot het gebruik van heuristieken (soort van vuistregels) welke dan leiden tot voorspelbare biases (stelselmatige fouten). Maar we hebben tenminste een antwoord kunnen geven, hoewel misschien niet op de eigenlijk gestelde vraag, maar het antwoord klinkt wel plausibel. Beter dan echt moeite te doen door te gaan nadenken/redeneren om tot een juist of correcter antwoord te komen.
Het snelle, automatische denken, welk weinig of geen inspanning vergt en nauwelijks een gevoel van controle heeft, wordt benoemd als 'Systeem 1'-denken. Systeem 2 omvat bewuste aandacht voor mentale inspanningen (vb ingewikkelde berekening) en wordt gekoppeld aan de subjectieve ervaring van handelingsvermogen, keuze en concentratie.
Beiden zijn belangrijk: systeem 1 genereert een verrassend complex patroon van ideeën, maar het systeem 2 zal deze gedachten in een ordelijke reeks van stappen kunnen omzetten.
Dus het meeste van je denken en doen vindt zijn oorsprong in Systeem 1 maar Systeem 2 neemt de zaken over wanneer een en ander ingewikkeld wordt en heeft meestal het laatste woord.
En soms kan er al eens een conflict ontstaan tussen beide systemen. Denk maar aan de optische illusie van Müller-Lyer waarbij de 2 lijnstukken ongelijk lijken te zijn. Ook al heb je gemeten en weet je dus dat ze gelijk zijn (systeem 2) toch zal je systeem 1 nog steeds zijn ding blijven doen en het gevoel geven dat beide lijnen niet gelijk zijn.
Systeem 1 werkt volautomatisch en continu. Het is veel te vermoeiend voor Systeem 2 om alles wat Systeem 1 aanbiedt in twijfel te trekken en te verifiëren. Systeem 2 is daarvoor veel te traag en niet efficiënt genoeg. Het beste dat we kunnen doen is situaties leren herkennen waarin zich fouten kunnen voordoen en vooral wanneer er veel op het spel staat.
En dan zitten we nog met de vraag: "Kunnen we meerdere taken tegelijk uitvoeren?". Het antwoord daarop is "Ja, als de taken eenvoudig zijn". Met andere woorden, als de taken voldoende geautomatiseerd zijn. Bijvoorbeeld bij het autorijden hoef je niet meer na te denken over het schakelen en geregeld geraak je thuis zonder te beseffen langs waar je overal gereden bent. Toch merk je dat, eenmaal dat het wat moeilijker wordt, je alle energie zal focussen op die ene taak. Denk maar bijvoorbeeld aan het verminderen van het volume van de radio als je achterwaarts in of uit een zeer smalle straat moet rijden.
De inspanning die geleverd wordt om te redeneren en om kennis op te diepen uit het lange termijn geheugen, zorgt voor een daling van de suikerspiegel en kan er tevens voor zorgen dat de zelfbeheersing hinder ondervindt wanneer een volgende, al dan niet ingewikkelde, taak voorgeschoteld wordt.
Nog enkele wetenswaardigheden:
Enkele vaak voorkomende heuristieken en biases:
Belangrijk om weten is dat de bias van achterafkennis een verderfelijk effect heef t op de oordeelsvorming van beslissers. Men zal geneigd zijn om de uitkomst van het proces te beoordelen in plaats van de kwaliteit van het proces. Er wordt geen rekening gehouden met de overtuigingen die van toepassing waren bij het nemen van de beslissing. Dit proces versterkt wanneer de gevolgen van het proces ernstiger zijn.
Leiders die moedige beslissingen en risico's nemen waarbij alles goed uitdraait, worden geprezen om hun vooruitziendheid en lef. Als het fout afloopt worden ze gehekeld en veroordeeld. Dit zorgt ervoor dat leidinggevenden veel minder risico's durven nemen, zeker als ze weten dat ze naderhand beoordeeld zullen worden. Bureaucratie duikt op.
Het raadplegen van experten is geregeld een illusie. Dit als gevolg van het feit dat experten vaak voortgaan op hun intuïtie. Dit laatste is niet meer of minder dan 'herkenning'. Het gaat dan om patronen herkennen welke gestoeld is op hun ervaring. De vraag is of de expert in staat is zijn/haar grenzen van hun kennis te kennen of zijn het "pseudo-experten" die te zelfverzekerd zijn? Expertise is immers niet gebaseerd op 1 vaardigheid maar op een verzameling van vaardigheden (waarbij deze verschillende vaardigheden niet allemaal even sterk ontwikkeld zijn).
Zekerheid is een belangrijk gegeven wanneer mensen geconfronteerd worden met keuzes en dus met kansen. Mogelijkheden dat een bepaalde situatie zich voordoet. De psychologie komt hier vaak om de hoek kijken waardoor mensen geen keuze maken op een rationele basis maar op basis van gevoel. Zo zal een verlies ook een sterk negatief gevoel veroorzaken. Echter zal een mens een gok wagen op de 'kans' als de andere opties ook slecht zijn.
Als je rekening dient te houden met meerdere criteria, dan zal je de verschillende criteria een bepaald gewicht toekennen op basis van wat jij belangrijk acht. Dat gebeurt ook ten aanzien van de verschillende opties bij een keuze die je moet maken. Denk maar aan de aanschaf van een (auto)verzekering waarbij je enerzijds de prijs hebt, anderzijds de gedekte risico's, ook de franchise, de klantvriendelijkheid, de reputatie naar snelheid van uitbetalen, ... Elk criterium zal een bepaald 'gewicht' krijgen en op die manier mee wegen in de uiteindelijke keuze.
Bij het maken van keuzen spelen emoties ook een belangrijke rol. Zo zal het moeilijk zijn om een project waaraan je je hart en ziel gegeven hebt, toch stop te zetten omdat het duidelijk is dat het gedoemd is om te mislukken. Of het voelen van spijt omdat je een bepaalde keuze maakte en niet voor het alternatief gegaan bent. Ook wanneer je een situatie voorgelegd wordt, zonder contrasterend alternatief, zal je eerder werken volgens het principe What you see is all there is (WYSIATI). Dit geeft mogelijk een ander resultaat dan wanneer dezelfde situatie wordt voorgelegd waarbij er wel een contrasterend alternatief geboden wordt. Hierbij speelt systeem 1 een belangrijke rol.
De mens heeft als het ware 2 zelven: een ervarende zelf en een terugblikkende zelf. De eerste vraagt zich af "Welk is het gevoel nu?" terwijl de tweede eerder geïnteresseerd is in in het antwoord op de vraag "Hoe was het alles bij elkaar?". In dat laatste geval gaat het om de herinnering van de ervaring en is de tijdsduur van minder belang maar vooral de piek en de afloop (het effect van gemiddelden, cfr systeem 1). Dit heeft dus ook een impact als we nadenken over ons huwelijk, loopbaan, leven, ...
Ons feilbare denken - Daniel Kahneman - Uitgeverij Business Contact, Amsterdam/Antwerpen - 2011 (43e druk, feb 2023) - ISBN 978 90 470 0900 9