Veerkracht en stress zijn fenomenen die steeds meer hun stempel drukken op het individu en de maatschappij. De cijfers liegen er niet om. Maar cijfers durven het werkelijke verhaal dat er achter schuilt te doen vergeten. Toch zien we een zorgwekkende evolutie, zeker als het gaat om psychologische klachten. Iets waar één op de 5 Belgen ooit in zijn leven last van heeft. Het geconfronteerd worden met psychische problemen, heeft invloed op de financiële en sociale status. Maar ook op de werkvloer door onder andere absenteïsme maar mogelijks ook bij presenteïsme (wat zeker een fenomeen is bij zelfstandigen en ondernemers).
Stress
Stress is eigenlijk een heel positief bedoeld systeem.
In het middenbrein zit de alarmcentrale van ons fight-or-flight-stresscentrum en het is dit deel dat alles in het werk zal zetten om maar één doel te bereiken: overleven. Er bestaan stoffen in ons lichaam die het lichaam voorbereiden op deze strijd. Anderzijds is er ook een stof om de oppeppende effecten van stresshormonen teniet te doen, cortisol. Echter, te hoge doses cortisol kunnen neurotoxisch zijn waardoor hersencellen aangevallen en beschadigd worden, vooral op het niveau van de verbindingen. Cortisol verliest op dat moment zijn ontstekingsremmende werking. Bij langdurige stress, bv. als gevolg van een traumatische gebeurtenis die nog blijft nazinderen, ziet men verhoogde niveaus van stresshormonen en cortisol. Dit beïnvloedt de afgifte van andere hormonen wat op zijn beurt een negatieve impact kan hebben, bv het toxische en ontstekingsbevorderende effect bij een toename van noradrenaline.
De persoon die langdurig onder stress staat, zal na verloop van tijd lichamelijke klachten vertonen. Enerzijds door de invloed op de andere hormonen, anderzijds door de beschadiging van de neuronen in het darmstelsel, wat de darmproblemen kan verklaren.
Waarnemingen komen binnen langs de amygdala en de hippocampus, twee deeltjes die een belangrijke rol spelen in het ‘emotionele brein’ dat instaat voor emoties en herinneringen. Dat verklaart waarom een bepaalde ervaring tijdens een traumatische periode of een periode van intense stress, in ons geheugen gegrift staan. Een toekomstige gelijkaardige ervaring kan deze emoties terug oproepen (vb. het horen van een bepaald geluid doet je weer opschrikken, het ruiken van een bepaalde geur doet je kokhalzen, …).
Het is zelfs zo dat je niet eens zelf de bedreigende situatie moet meegemaakt hebben. Hoe groter je eigen kwetsbaarheid voor stress, hoe makkelijker de dingen die anderen hebben meegemaakt een invloed kunnen hebben op jouw denken en voelen. Zeker als het verhaal meermaals en in detail wordt verteld.
Nog een belangrijk fenomeen dat stress kan opleveren, is eenzaamheid. Zelfs voor mensen die graag alleen zijn. Dit is opnieuw een evolutief gevolg. We kennen allemaal de wet “survival of the fittest”. Nu, onze voorouders waren zeker niet de “fittest”. Hoe hebben ze dan overleefd? Door het principe van “strenght by numbers”. Door te zorgen dat ze in groep leefden, konden ze vijanden/bedreigingen te slim af zijn. Dat heeft er voor gezorgd dat we niet al lang uitgeroeid zijn, maar ook dat we een (onbewust) negatief gevoel hebben bij eenzaamheid. We willen graag behoren tot een groep en anderen rond ons verzamelen.
Als een eerder tijdgebonden fenomeen kennen we de communicatiemiddelen. Deze zorgen voor ‘nooit meer rust’. Je zou ze eerder de not-so-smartphone noemen omwille van hun valkuilen. Zelfs al beslis je de mail , die je ’s avonds of in het weekend bekeek, pas de volgende werkdag te beantwoorden, het kwaad is al geschied. Onbewust ben je er mee bezig, wat stress kan opleveren.
Het stressverhaal kan een bijzonder funeste en verregaande impact hebben. De kwetsbaarheid voor de impact van die stress is niet bij iedereen even groot, wat ons brengt op het terrein van de ‘mentale veerkracht’.
Veerkracht
Mentale veerkracht (resilience) wordt beschouwd als de persoonlijkheidstrek die bepaalt hoeveel impact stress en/of tegenslagen in het leven op je zullen hebben. Iedereen heeft zijn grens en wie deze overschrijdt in tijd en/of ernst, betaalt de rekening. Vaak zie je veerkracht, of vooral het gebrek er aan, maar optreden op het moment dat iemand (potentieel) uitgedaagd wordt.
Bij de geboorte is veerkracht zeker geen afgewerkt verhaal. In de loop van de eerste levensjaren zullen de verschillende stressgenen als schakelaars aan of uit gezet worden. Een belangrijke impact heeft de hechting met de ouders via de invloed van oxytocine, een krachtige angstonderdrukker, dat vrijkomt bij huidcontact. Eenzaamheid en dus een gebrek aan huidcontact doet minder oxytocine vrijkomen en heeft dus een impact op onze veerkracht, ook op latere leeftijd.
Stabiele kenmerken (traits) veranderen niet. Een toestandgebonden (state) kenmerk kan wel veranderen. Zo kan het hebben van gevoelens van hopeloosheid opduiken tijdens een depressie maar na het opklaren van de depressie verdwijnen diezelfde gevoelens.
Veerkracht zou een voorbeeld zijn van een stabiele trait.
Het is dus niet omdat je ziek bent dat je veerkrachtscore plotseling naar beneden duikt. Integendeel, het is je lage veerkrachtscore die je kwetsbaarheid om ziek te worden net grotendeels bepaalt.
Veerkracht is dus een vrij stabiel persoonlijkheidskenmerk, met een sterke genetische bepaling, waar we door training en positieve levenservaringen achteraf wel nog enige positieve invloed op kunnen uitoefenen.
Er zijn 5 kenmerken die duidelijk met veerkracht verbonden zijn:
Het besef dat ieders levenspad uniek is, dat sommige ervaringen gedeeld kunnen worden met anderen, maar dat men andere ervaringen allen zal moeten doorstaan. Dit besef van existentiële eenzaamheid verleent ons het gevoel dat we vrij en ‘uniek’ zijn, maar evenzeer dat niet alles ons in de schoot zal worden geworpen, en dat we dus zelf in zeer ruime mate verantwoordelijk zijn voor hoe de dingen aflopen, en voor wat we in het leven zullen krijgen.
Mensen met een hogere veerkracht zijn actiever wat het aanpakken van hun problemen betreft, en hebben daardoor ook meer het gevoel dat ze veel invloed kunnen hebben op waar het uiteindelijk naartoe gaat met het eigen leven.
Veerkracht versus problemen
Psychische problemen
Een duidelijke trend is het feit dat hoe lager de veerkracht, hoe groter de kans op een psychiatrische episode in het leven en hoe groter de kans op herval.
Zelfmoord
Hoe lager de veerkracht, hoe hoger de kans op een zelfmoordpoging. Met als extra zorgwekkende factoren: de aanwezigheid van een eerdere poging, gebrek aan een sociaal vangnet, een verslavingsproblematiek, hopeloosheidsgedachten en ook media-aandacht voor een andere zelfmoord die als voorbeeld of trigger kan werken.
Rouw
Aan rouw ontsnapt niemand. De aanwezigheid van een normale of hogere mate van veerkracht impliceert zeker niet dat iemand geen enkele reactie zal vertonen op een ernstig verlies. Zo iemand zal bij een ernstig verlies ook een dip hebben maar die zal niet de ontreddering en hopeloosheid inhouden van de weinig veerkrachtige persoon. Bovendien blijft de veerkrachtige persoon functioneren, doordat deze sneller voortgang boekt in het verwerken van het verlies.
Hopeloosheid
Hierbij gaat het over de verwachting inzake succes, mislukking en de onzekerheid inzake de toekomst. Mensen die hoog scoren wat betreft hopeloze gedachten hebben niet zozeer veel meer schrik dat er iets slechts zou kunnen gebeuren, ze zijn er vooral meer van overtuigd dat er hun niets goeds meer te wachten staat. Een veerkrachtig iemand is niet iemand die denkt ‘dat alles wel goed zal komen’ of leeft in ontkenning, maar iemand die kan omgaan met de acceptatie voor wat soms gebeurt in het leven en wat bij het leven hoort.
Burn-out
Er zijn duidelijke links tussen veerkracht en burn-out. Burn-out heeft 3 typische kenmerken op het moment dat je het ondergaat: allereerst is er het gevoel van emotionele uitputting (je voelt je leeggezogen), het gevoel van depersonalisatie (je voelt dat je afstand neemt) en het gevoel van verminderde persoonlijke bekwaamheid (meer twijfels over geschiktheid en competentie). Hoe hoger iemands veerkracht, hoe minder gevoelens van emotionele uitputting en/of depersonalisatie er zullen zijn, en hoe competenter iemand zich zal voelen in de uitoefening van zijn/haar job.
Enkele misvattingen betreffende burn-out:
Coping
De Utrechtse Coping Lijst heeft 47 vragen ingedeeld in 7 schalen:
Er is een sterke negatieve correlatie van veerkracht met schaal 3 en 5, een positieve correlatie van veerkracht met de andere schalen.
Persoonlijkheid
De idee van positieve stress bij bepaalde gebeurtenissen, vb. huwelijk of promotie, is voor mensen met een lage veerkracht een mythe: voor hen gaat het om stress, zonder meer, die op zich al voldoende is om hen door hun draag- en veerkracht te doen zakken. ‘Big 5’ is een theorie die stelt dat ieders persoonlijkheid bestaat uit 5 persoonlijkheidskenmerken, en dat iedereen een bepaalde mate van die trekken vertoont. Deze 5 persoonlijkheidstrekken zijn:
Gecorreleerd aan veerkracht zien we een negatief verband met neuroticiteit en een positief verband met extraversie, openheid, altruïsme en consciëntieusheid.
Slaagkansen
Soms is het beter om bepaalde mensen een beetje te beschermen tegen zichzelf of tegen de hoge vereisten van bepaalde banen. In die optiek mag de hype van de ‘positieve psychologie’ niet blindelings doorslagen naar ‘laten we het maar eens proberen’. Bij sommigen zijn de beperkingen of valkuilen nu eenmaal erg herkenbaar aanwezig. Door rekening te houden met hun sterktes, zwaktes én valkuilen (yin én yang) kunnen ze openbloeien tot zeer competente collega’s.
Pijn
Meerdere factoren kunnen een rol spelen in de correlatie tussen pijn(klachten) en veerkracht. Enerzijds zorgt stress voor een ontstekingsbevorderende situatie door het verhoogd cortisolniveau, anderzijds zullen langdurige fysieke problemen op langere termijn zorgen voor stress en frustratie. Niet zelden hebben we hier te maken met een kip-of-ei-discussie.
Het “voordeel” van de fysieke klachten, die vaak een voorbode zijn, is dat ze voor individuen makkelijker bespreekbaar zijn dan de mentale problemen. Deze laatsten worden nog te vaak gezien als een ‘zwakte’.
Actieplan
Pijler 1: haal je algemeen stressniveau structureel naar beneden
Wil je je toestand structureel en langdurig aanpakken, dan moet je de oorzaken van je stressniveau en cortisolniveau aanpakken. Om langdurige verbeteringen aan te brengen zal je soms (harde) keuzes moeten maken. Maar elke keuze leidt tot verandering welke angst en onzekerheid met zich meebrengt, zeker voor mensen in een depressie.
In de bedrijfswereld hoort men vaak goeie intenties, maar ontbreekt de uitvoering. Een ander probleem is dat het duidelijk wordt dat er inzicht ontbreekt in de causale verbanden die tot burn-out kunnen leiden maar ook dat er een gebrek is aan een langetermijnvisie.
Pijler 2: blijf van bepaalde ‘producten’ af
Probeer niet om stress aan te pakken door gebruik te maken van middelen zoals alcohol, drugs, koffie, overmatig eten, … Het biedt geen oplossing en kan zelfs leiden tot een verslaving. Wie al een lage veerkracht heeft, zal er zo nog een probleem bij creëren.
Pijler 3: bewaak je ‘palliatief palet’
De term ‘palliatief’ heeft in deze context een bredere betekenis, namelijk ‘datgene wat nog eens echt de gedachten kan wegnemen van wat iemand verdrietig maakt, of met welke negatieve gevoelens en gedachten ook opzadelt’. Een palliatieve activiteit is dus een activiteit die erin slaagt om het gepieker of de negatieve gevoelens eventjes te onderbreken. Het is dermate ontspannend of stress reducerend dat iemands batterij nadien weer opgeladen is. Let wel op want niet elke stress reducerende activiteit is even onschuldig (de ‘destructieve palliatieve stress reducerende activiteiten’ zoals zelfmoord).
Zorg er voor dat het gaat om écht palliatieve momenten en niet om activiteiten die je gewoon bezig houden (vb. scrollen op je smartphone). Het belangrijkste is dat je nadien het gevoel hebt dat je de hele tijd niet meer gedacht hebt aan dát.
Pijler 4: de combinatie van cognitieve training en gewichtstraining
Er is wetenschappelijk bewijs dat de combinatie van studeren/cognitief bezig blijven en trainen met gewichten specifieke voordelen oplevert op het vlak van herstel aan de dendrieten na een cortisolaantasting. Het moet dan wel gaan om spiertraining met een minimale weerstand, dus je moet de volgende dag wat stijfheid in de getrainde spier voelen. Wandelen en fietsen zijn onvoldoende om het proces op gang te brengen en dus dit effect te creëren.
Ook voeding is een bepalende factor, immers ‘je bent wat je eet’. Let dus op wat je eet en hoeveel je eet van die productsoort (koolhydraten, eiwitten, calorieën, …). Probeer zoveel mogelijk verse producten te eten, zonder toegevoegde stoffen. En vermijd het gebruik van voedingssupplementen via medicatie (tenzij noodzakelijk op doktersadvies).
Buiten gezond eten/drinken, voldoende bewegen is het uiteraard ook belangrijk om voldoende te rusten/slapen.
Veerkracht - Onze natuurlijke weerstand tegen een leven vol stress, Michael Portzky, Witsand Uitgevers, Kapellen, 5e druk maart 2018, ISBN 978-94-9201-133-6